|
||
Israel en Palestina - Zaterdag 2 april
Programma: Masada – Qumran – Dode Zee – Jericho
Klik hier voor het fotoverslag van deze dag Uit het dagboek van Mia: Het wordt een gewoonte: 8 u.
is vertrekken. Deze burcht werd ooit gebouwd
door dé koning Herodes. Het uitzicht op de Dode Zee is schitterend. We
hebben dik geluk met het weer; het is ‘maar’ 36°. Herodes wilde van een
vroegere vesting een oninneembare vesting maken om zich te verdedigen tegen
de Joden die hem liever weg hadden, maar ook tegen de Romeinen, want
Cleopatra wilde via Marcus Antonius graag zijn plaats innemen. We flaneren
doorheen de badplaats, opslagplaatsen, duivenhokken (jawel), versterkte
muren, keuken… Op naar Qumran, het centrum
van de Essenen tussen de tweede eeuw v. C en 68 n. C. Ze trokken zich terug
in de woestijn ten zuiden van Jericho met zicht op de Dode Zee. Het was een
groep zeer orthodoxe Joden die trouw wilden blijven aan het oude geloof. Ze
zagen zichzelf als dé mensen van het licht (alle anderen zaten in de
duisternis) en de Messias zou met hen opgaan naar Jeruzalem. Ze schreven heel
wat boekrollen vol die in 1947 bij toeval terug gevonden werden in grotten in
deze streek. Een bedoeïn ging op zoek naar een verdwaalde geit en vond deze
schat van onschatbare waarde. Als je zo dicht bij de Dode Zee bent, dan moet je toch even de gewichtsloosheid in het zout water gaan uitproberen. Wij hadden het geluk deze ervaring al eerder in Jordanië te mogen meemaken, maar ook nu was het vreemd te merken dat je gewoon niet kàn ondergaan. Een blits modderbad kan er ook nog wel bij onder het motto: baat het niet, het schaadt ook niet! Verfrist en verkwikt stappen
we weer op de bus. We rijden terug via Jericho,
de oudste stad ter wereld (8000 v C). Vooraanstaande Romeinse families hadden
in de warme oase van Jericho met haar vele bronnen hun winterverblijf. Zo ook
Herodes, of wat had je gedacht? Jericho is weer Palestijns gebied (zone A =
Palestijns bestuur en veiligheid) Bij het binnenrijden valt de
grote sleutel onmiddellijk op. Ik denk dat er iets op stond als: once we will
returnl! (Verwijzing naar de gedwongen verhuizing in 1948, nakbar = de ramp) Het is in de streek rond Jericho dat het verhaal van de barmhartige Samaritaan kan gesitueerd worden. Ik heb behoorlijk wat foto’s genomen van de desolate, droge, dorre heuvels. Als je hier gewond raakt, is het vast geen lachertje en ben je maar wat blij dat een Samaritaan op je weg komt, denk ik. Nog één halte om wat kiekjes te nemen van het Sint-Georgesklooster. Ondertussen genieten van het mooie landschap en van de zon. Heerlijk! Nu gaan we het laatste stuk
‘op’ naar Jeruzalem. Na het avondeten nog een
ontmoeting met Toine van Teeffelen, een Nederlander die zo’n 20 jaar
geleden met een Palestijnse vrouw trouwde. Hij werkt voor het Arab
Educational Institute. Ook hier weer een verhaal van geweldloos verzet en
standvastigheid. De grote affiches met dagelijkse verhalen van gewone
Palestijnen die aan de muur zijn opgehangen zijn er gekomen onder zijn
impuls. (vbn. Boekje) Uit de brochure van Hilde: Masada De vesting Masada ligt in een troosteloze, schrale woestijn op een rotsachtige klif die zich bijna tot aan de Dode Zee uitstrekt. In de 2e eeuw voor Chr. bouwden de Hasmoneën en Makkabeeën hier al een vesting. Herodes de Grote begon in 40 voor Chr. met de uitbreiding ervan; hij wou er een oninneembare vesting van maken, die hem moest verdedigen tegen de joden (die hem van de troon wilden stoten) én tegen de Romeinen (Cleopatra drong er bij Marcus Antonius op aan Herodes uit te schakelen en de heerschappij over Judea aan haar over te dragen). In 30 voor Chr. was Masada voltooid. Een dubbele muur, versterkt met drie torens, omgaf het plateau. Na de dood van Herodes de Grote in 4 voor Chr. namen de Zeloten, een radicale anti-Romeinse groep, Masada in en verschansten zich daar tot het jaar 70. Het Romeinse leger viel in 73 met grote middelen aan en vernietigde Masada. De Romeinse geschiedschrijver Flavius Josephus vertelt hoe de bewoners van Masada zelfmoord pleegden ‘omdat zij de voorkeur gaven aan de dood boven knechtschap’. Masada werd tussen 1963 en 1965 blootgelegd. De Essenen en Qumran Terwijl Jericho in vele perioden van zijn geschiedenis een stad van luister en luxe was, trok de omringende woestijn steeds weer asceten aan. Vele kloosters en kluizenaarswoningen getuigen ervan. Zo lag in Qumran, ongeveer 20 km ten zuiden van Jericho, tussen de 2de eeuw voor Chr. en 68 na Chr. het centrum van de Essenen. Het bevond zich op een terras tussen de Dode Zee en de steile helling van de Judeese rotswoestijn. De beweging van de Essenen moet in de jaren 170-150 voor Chr. zijn ontstaan. ‘Essenen’ betekent 'vromen'. Het was een groep zeer orthodoxe joden die het gehelleniseerde stadsleven verlieten om in de woestijn vernieuwing en verdieping te zoeken. Zij wilden trouw blijven aan het oude geloofsgoed. Zij pretendeerden het ware Israël te zijn, de heilige rest, de gemeenschap van het nieuwe verbond. Ze leefden volgens de (meest strenge) wetten van het jodendom en hadden een strikte gemeenschap van goederen. Ze voorzagen zich in hun (sober) levensonderhoud door handenarbeid en landbouw. Tussen Qumran en het christendom bestaan opmerkelijke punten van overeenkomst, maar er zijn ook grote verschillen. Belangrijk zijn de Essenen alleszins voor de bestudering van het Nieuwe Testament. De bibliotheek van deze joodse gemeenschap werd vanaf 1947 bij stukjes en beetjes gevonden in grotten in de omgeving van Qumran; dit gebeurde puur bij toeval toen bedoeïenen op zoek waren naar een afgedwaalde geit. De gevonden tekstfragmenten behoren tot 574 handschriften, werden samengebundeld tot ongeveer 800 bladzijden en onder glasplaten bewaard. De fragmenten kregen verschillende benamingen: de Koperen Rol, het Boek der Zegeningen, de Regel van de Gemeenschap, de Dankpsalmen, de Rol van de Strijd, enz. De Jesajarol is zo goed als gaaf bewaard gebleven en bevat alle 66 hoofdstukken van het bijbelboek. Vanaf 1949 wordt ook gewerkt aan het blootleggen van de kloosterachtige nederzetting. Ze omvat het klooster en de verblijfplaatsen errond. Daarbij vond men onder andere zeven schalen voor rituele reiniging, en leidingen en aquaducten die het water voor die reiniging aanvoerden uit veraf gelegen bronnen. Een eigenaardige zaal met tafels voorzien van inktpotten was de werkplaats van de schrijvers van de gemeenschap. Ten oosten van de nederzetting ligt een begraafplaats met meer dan 1.000 graven. De Dode Zee De Dode Zee (76 km lang,
maximale breedte 18 km en maximale diepte 433 m) is de laagst gelegen plaats
ter wereld. In 2005 lag de waterspiegel
van de Dode Zee 417,5 meter onder zeeniveau. Deze waterspiegel blijft dalen.
De Dode zee valt onder Jordanië
en Israël , het bevindt
zich tussen de Jordaanvallei
in het noorden, de bergen van Moab
in het oosten, de Arava-vallei
in het zuiden, en de bergen van Judea
in het westen. De oppervlakte is 1020 km². De naam ‘Dode Zee’ verwijst
naar het feit dat er in dit water geen leven mogelijk is voor hogere
organismen. Ten gevolge van een sterke verdamping en geen verbinding met een
open zee blijven vele mineralen achter. Het soortelijk gewicht van dit water
is 1,166. Daardoor kan het menselijk gewicht niet zinken. De Dode Zee is een
van de meest bizarre landschappen ter wereld. Op veel plaatsen rijzen
zoutpilaren als stalagmieten uit het water op. Het meer heeft zich meer dan
twee miljoen jaar geleden gevormd. Jericho (Yeriho) De stad ligt in het
Jordaandal (bijna 400 m onder de zeespiegel) en wordt de 'palmenstad'
genoemd. Dit dal is bijna een tropisch gebied. Jericho is een groen tapijt in
een hete woestijnvlakte. Sint-Jorisklooster Het hoogteverschil tussen Jericho en Jeruzalem bedraagt ongeveer 1200 m. De landschappelijke verscheidenheid is dan ook enorm. Op het punt waar de Wadi El Qelt zich opent naar de Jordaanvlakte leidt een voetpad naar het oeroude St.-Jorisklooster. Geïsoleerde poortbogen, overeind gebleven bruggen en vervallen muurresten herinneren steeds opnieuw aan vervlogen tijden. Het dal werd in de Byzantijnse tijd bewoond door monniken en kluizenaars. Woongrotten en waterleidingen herinneren nog aan die periode. Als een adelaarsnest hangt tegen de steile helling aan de overzijde het klooster, gebouwd in 1871. Het wordt nog steeds bewoond door enkele bejaarde, Grieks-orthodoxe monniken, die in de vallei een paar verrassend groene tuinen onderhouden. Het klooster werd opgetrokken op de locatie van een monnikenconvent uit de 5e eeuw. In 614 hebben joodse godsdienstfanaten alle monniken afgeslacht. Het Sint-Jorisklooster is toegewijd aan Georgios van Koziba, de bekendste monnik die hier leefde. Op de plek van de abdij zou Elia op de weg naar Sinaï hebben gerust, en hier zou ook een engel aan Joachim de geboorte van Maria hebben aangekondigd. Bijbelteksten:
Mogelijke contacten:
Links: |