Israel en Palestina
- Geschiedenis
in een notendop
Uit de
brochure van Hilde:
ca. 1000
voor Chr.
Jeruzalem wordt onder koning David de nieuwe hoofdstad,
eerst van Juda, later van Juda en Israël.
960-925 voor Chr.
In de regeringstijd van koning Salomo, de zoon van David, wordt de
eerste tempel in Jeruzalem gebouwd. Na de dood van Salomo valt het rijk van
de Israëlieten in twee deelstaten uiteen: Israël in het noorden en Juda in
het zuiden.
745-727 voor Chr.
Het Assyrische Rijk vernietigt onder Tiglath Pileser III het
koninkrijk Israël en onderwerpt het koninkrijk Juda.
587-538 voor Chr.
Koning Nebukadnezar van Babylon verwoest Jeruzalem, de bevolking
wordt in ballingschap naar Babylon gezonden. Na zijn dood in 562 voor Chr.
valt zijn rijk uiteen en komt onder Perzisch gezag. Onder koning Cyrus mogen
de Israëlieten in 538 voor Chr. naar Jeruzalem terugkeren, waar ze de tweede
tempel bouwen.
336-323 voor Chr.
Alexander de Grote verwoest het Perzische wereldrijk.
200 voor Chr.
Palestina komt onder het gezag van de opvolgers van Alexander, de
dynastie der Seleuciden, die op het land en het volk een blijvende Griekse
stempel drukken.
169 voor Chr.
Joodse opstand onder de Makkabeeën tegen de hellenisering van het
land. Begin van de Hasmoneeën (tot en met de koningen Herodes).
64 voor Chr.
Onder Pompeius wordt het land een Romeinse provincie.
37-4 voor Chr.
De Romeinen benoemen Herodes de Grote tot koning van Palestina. Hij
laat de tweede tempel in Jeruzalem vergroten, sticht ter ere van keizer
Augustus de haven van Caesarea en versterkt Masada.
4 voor Chr.- 40
na Chr.
Zijn zoon, Herodes Antipas, wordt door de Romeinen als nieuwe heerser
over Palestina benoemd. Volgens het Nieuwe Testament wordt rond het jaar 33
onder de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus (26-36 na Chr.) Jezus van
Nazareth gekruisigd.
66-135 na Chr.
Herhaaldelijke joodse opstanden tegen Rome. In 70 verwoest keizer
Titus Jeruzalem en de tweede tempel.
73 na Chr.
De val van Masada
306-337
De Romeinse keizer Constantijn erkent het christendom als
staatsgodsdienst. Helena, de moeder van Constantijn gaat in het Heilig Land
actief op zoek naar het graf en het kruis van Jezus. Zij is mee
verantwoordelijk voor de bouw van de H. Grafkerk en de Hemelvaartkerk in
Jeruzalem, en van de geboortekerk in Betlehem.
396
Na de splitsing van het Romeinse Rijk valt Palestina onder het gezag
van Constantinopel (Byzantium). Er leven zo goed als geen joden meer in
Palestina. Israël – Palestina 29 maart – 7 april 2016 3
638
Jeruzalem wordt door Omar, de tweede kalief (opvolger van Mohammed)
veroverd. Palestina wordt door Arabische immigratie steeds verder
geïslamiseerd.
1095
Paus Urbanus II roept op om het Heilige Land van de ongelovigen te bevrijden.
Hiermee begint de tijd van de kruistochten die gepaard gaan met pogroms op
joden in Europa.
1099
Jeruzalem wordt door de christelijke legers veroverd. Zij richten een
slachting onder de bewoners van de stad aan.
1291
De tijd van de kruistochten is ten einde. In 1244 valt Jeruzalem. In 1271 is
bijna heel Palestina in handen van sultan Baibars en in 1291 valt Akko als
laatste christelijke bastion. Arabische Mamelukken uit Egypte heersen over
het nagenoeg ontvolkte Palestina.
1516
De Turken (Ottomanen) veroveren Palestina. Tijdens de regering van sultan
Süleyman komt het land tot bloei. Het Ottomaanse Rijk komt
ten val in 1919.
1897
Dr. Theodor Herzl initieert in Basel het eerste zionistencongres; doel van de
zionisten is het stichten van een joodse staat.
1917
Het zionisme boekt zijn eerste grote succes als Groot-Brittannië de joden
een 'nationaal tehuis' in Palestina belooft. In hetzelfde jaar trekken Britse
legers Palestina binnen.
1920
De Volkenbond verleent aan Groot-Brittannië het mandaat over Palestina. In
de daaropvolgende decennia immigreren steeds meer joden naar Palestina. De in
Palestina levende Arabieren protesteren hiertegen.
1947
Op Brits voorstel besluiten de Verenigde Naties om aan de eis van de joden
naar een eigen staat in Palestina te voldoen. Palestina moet in een Joodse en
een Arabische staat worden verdeeld en Jeruzalem geïnternationaliseerd.
1948
Op 14 mei eindigt het Brits mandaat. Op dezelfde dag proclameert David Ben
Goerion in Tel Aviv de staat Israël, die meteen door de grootmachten wordt
erkend. Op 15 mei valt een coalitie van Arabische staten het nieuwe land
binnen. Israël kan hen terugslaan en 78 % van Palestina innemen, op de
Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook na. ‘Nakba’, Arabisch voor
catastrofe, verwijst naar wat het Palestijnse volk overkomen is als gevolg
van de vestiging van de Israëlische staat op hun land. Niet de stichting van
Israël zelf wordt Nakba genoemd, maar het effect van deze gebeurtenis op het
Palestijnse volk. Voor de Palestijnen is 15 mei de dag van de Nakba en voor
Israël de dag van hun Onafhankelijkheid.
1967
Met het oog op de bedreiging door de Arabische staten en de aanslagen door de
Palestijnse bevrijdingsorganisatie (PLO) bezet Israël in de Zesdaagse Oorlog
alle Jordaanse gebieden ten westen van de Jordaan, het Egyptische
Sinaïschiereiland en de Syrische Golanhoogte; twee miljoen Arabieren komen
onder Israëlische militaire bezetting.
1973
Egypte, Syrië en Jordanië proberen in de Jom Kippoer-oorlog het in 1967 aan
Israël verloren land terug te veroveren; deze oorlog eindigt zonder
territoriale veranderingen. Israël begint in de bezette gebieden
nederzettingen te stichten. Een jaar later erkennen alle Arabische staten de
PLO als 'enige legitieme representant van de Palestijnen'.
1977-1979
De Egyptische president Sadat brengt in november 1977 een officieel
bezoek aan Jeruzalem. Op 26 maart 1979 wordt in Washington het officiële
vredesakkoord (Camp David-akkoord) getekend. Israël ontruimt overeenkomstig
het akkoord tot 1982 stapsgewijs het Sinaï-schiereiland.
1987
Begin van de intifada: Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever en
in de Gazastrook verzetten zich met stakingen en werpen stenen naar het
Israëlische leger.
1992
De Arbeiderspartij van Israël onder leiding van Yitzhak Rabin lost de
conservatieve Likoed als regeringspartij af.
1993
De Oslo-akkoorden worden op 20 augustus 1993 in Oslo, Noorwegen, afgesloten
en vervolgens op 13 september 1993 officieel ondertekend tijdens een
ceremonie in Washington D.C. (met Yitzhak Rabin, Yasser Arafat en Bill
Clinton). De inhoud van de akkoorden is: de terugtrekking van het
Israëlische leger uit de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en het
recht op zelfbestuur van de Palestijnen door de vorming van de Palestijnse
Autoriteit. Bepaalde onderwerpen, zoals Jeruzalem, vluchtelingen,
nederzettingen en grenzen, zijn nadrukkelijk uitgesloten in de akkoorden. Het
zelfbestuur zou in fasen worden uitgevoerd. De Gazastrook en de Westelijke
Jordaanoever worden in drie delen verdeeld: Zone A: onder bestuur van de
Palestijnse Autoriteit; Zone B: Palestijnse Autoriteit, maar onder
Israëlisch militair bewind; Zone C (59% van het gebied): onder bestuur van
de regering van Israël.
In uitvoering van de
Oslo-akkoorden is er in 1994 het Gaza-Jericho-akkoord, waardoor Gaza en
Jericho onder Palestijns zelfbestuur komen. De Palestijnse Autoriteit wordt
gecreëerd, met Yasser Arafat als eerste president. Oslo II (bekrachtigd op
28 september 1995) is een interim regeling over de Gazastrook en de
Westelijke Jordaanoever. Dit akkoord geeft de Palestijnen zelfbestuur in
Betlehem, Hebron, Jenin, Nablus, Ramallah en ongeveer 450 dorpen.
1994
Arafat benoemt zijn regeringsleden en verklaart Jericho tot
bestuurshoofdstad. De militante Palestijnse groepering Hamas verzet zich met
aanslagen tegen het vredesproces.
1995
Op 4 november wordt premier Yitzhak Rabin bij een vredesbijeenkomst in Tel
Aviv door een jonge fundamentalistische jood doodgeschoten. Shimon Peres
wordt de nieuwe premier; hij wil het vredesproces voortzetten.
1996
Bomaanslagen van Hamas en de afsluiting van de Westelijke Jordaanoever en de
Gazastrook bemoeilijken het vredesproces. Likoed-leider Netanyahu wint in
juni de verkiezingen.
2000
Op 28 september betreedt Ariel Sharon, Likoed kandidaat- premier met 1000
veiligheidsagenten het tempelplein. Meteen daarna begint de tweede intifada.
Die duurt tot eind 2005.
2003
Na meer dan tien jaar discussies, wordt begonnen met de bouw van een muur
rond de Palestijnse gebieden.
2005
Na de dood van Arafat op 11 november 2004 worden op 9 januari 2005
presidentsverkiezingen gehouden waarbij de voormalig premier Mahmoud Abbas
tot president wordt gekozen.
2008
Gaza-oorlog. Na talrijke raket- en mortieraanvallen door de radicale
verzetsbeweging Hamas vanuit de Gazastrook, valt Israël in december 2008
deze dichtbewoonde strook binnen en trekt zich na drie weken terug.
2012
Tweede Gaza-oorlog. Na nieuwe raketaanvallen door Hamas op Israël, valt
Israël in november 2012 gedurende 8 dagen opnieuw de Gazastrook binnen.
Wapenstilstand op 21 november.
2014
Derde Gaza-oorlog. Na de dood van drie Israëlische jongeren nabij Hebron in
juni volgt er een nieuwe escalatie van het conflict. Israël valt op 8 juli
de Gazastrook binnen. De oorlog duurt tot 26 augustus, wanneer beide partijen
een staakt-het-vuren voor onbepaalde tijd aanvaarden. Er vallen meer dan
2.000 Palestijnse slachtoffers (voornamelijk burgers) en 53 Israëli’s (van
wie 50 soldaten).
2015
De vredesonderhandelingen komen nog steeds niet op gang en de spanning blijft
duren en laait af en toe hevig op (oktober-november).
Volgende
|