|
||
Israel en Palestina - Maandag 4 april
Programma:
Klik hier voor het fotoverslag van deze dag Uit het dagboek van Mia: Deze morgen is het nog vroeger dag: opstaan om 6 u. om om 7.30 u. met pak en zak te vertrekken richting Nazareth. Onze eerste halte is
Ramallah, het politieke en administratieve centrum van de bezette
Palestijnse gebieden. We bezoeken eerst het graf van Yasser Arafat
(1929-2004). Hij probeerde door onderhandelingen autonomie te
realiseren voor de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook
(Oslo-akkoorden 1993). Er wachten ons
vandaag twee ontmoetingen. De eerste met een vertegenwoordiger van
DCI (Defense children international). Advocaten van deze organisatie
vertegenwoordigen kinderen en jongeren die in aanraking komen met de
militaire rechtbank van Israël. Vaak is dat omwille van het gooien
van stenen naar de muur. Kinderen tussen 12 en 14 jaar kunnen
hiervoor zes maanden cel krijgen, 15-17-jarigen twee jaar; vanaf 17
jaar tussen tien en twintig jaar. De meeste jongeren worden ’s
nachts thuis gearresteerd. We krijgen een video te zien waarin Israëlische
soldaten hiervoor worden getraind. Dit wil je liever niet meemaken!
Deze jongeren worden vaak psychologisch onder druk gezet met
dreigementen om zaken te bekennen; bv. jullie huis zal afgebroken
worden, je vader zal zijn vergunning afgenomen worden, we gaan je
andere gezinsleden wel vinden. Onze tweede
ontmoeting is met Al Haq, een Palestijnse mensenrechtenorganisatie.
Deze organisatie documenteert schendingen van de rechten van
Palestijnen, zowel door de Israëlische als de Palestijnse overheid. Een Palestijns broodje moet ons weer wat moed geven na het aanhoren van zoveel onrecht. Na een korte wandeling in het bruisende Ramallah rijden we naar de Jacobsbron. Deze bron zou door Jacob zijn uitgegraven voor zijn gezin en de dieren. Hier zou Jezus water hebben gevraagd aan de Samaritaanse vrouw. In de crypte van een orthodoxe kerk verzamelen we rond de bron om het verhaal van de Samaritaanse vrouw te aanhoren en een lied te zingen. We vertoeven dus in
de streek van Samaria. Het lijkt of de mensen hier armer zijn dan in
het zuiden. We komen bij de
grensovergang naar Israël. Spannend! Algauw verandert het
landschap. We rijden al een tijdje door de Jordaanvallei. Het
landschap wordt alsmaar vlakker. Er verschijnen grote velden, goed
geïrrigeerd met de nodige besproeiingsarmen. De gewassen gedijen
goed. Ik zie de eerste fabriek van deze reis. De huizen zijn proper
en verzorgd; geen watertanks meer op het dak, tenzij voor warm
water. Alles netjes, geen afval te bespeuren. Bestemming bereikt. Dit keer logeren we in een Joods hotel. Alles goed in orde, lekker eten, veel keuze. Een koelkast in de kamer zou wel van pas komen. Maar ach, er zijn ergere dingen in het leven! Uit de brochure van Hilde: Ramallah Ramallah, een stad met 57.000 inwoners, is het politieke en administratieve centrum van de bezette Palestijnse gebieden. Het bevindt zich 16 kilometer ten noorden van Jeruzalem. Vroeger was Ramallah een bruisende, welvarende stad. Tot 2000 (Tweede Intifada) was het een belangrijke uitgaansstad, ook voor mensen uit Jeruzalem. Ramallah werd ook wel ‘Big Olive’ genoemd. Volgens de Oslo-akkoorden (1993, Rabin en Arafat) tussen Israël en de PLO zou de stad in de door de Palestijnse Autoriteit bestuurde A-gebieden komen te liggen. Eind 1995 werd het bestuur van de stad door Israël overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit (PA). De PA heeft in Ramallah haar hoofdkwartier, waaronder het presidentsterrein (de Mukataa ), en de Palestijnse Wetgevende Raad , het Palestijnse parlement. Op de Mukataa bevindt zich ook het graf van Yasser Arafat . Naast een administratief centrum in Ramallah heeft de PA ook een bestuurscentrum in Gaza-Stad . De economie en de bevolking van Ramallah hadden traditioneel sterke economische banden met Jeruzalem . Sinds de bouw van de Israëlische Westoeverbarrière die volgde op tientallen zelfmoordaanslagen in Israël zijn die verbindingen bemoeilijkt. Ramallah was historisch een christelijke stad, vandaag vormen moslims de meerderheid van de bevolking, maar is er nog steeds een belangrijke minderheid christenen. De burgemeester van Ramallah, Janet Mikhail, is christen.
Yasser Arafat (1929 – 2004) Yasser Arafat was een Palestijns politicus, geboren in Jeruzalem. Hij was van huis uit ingenieur en richtte in 1968 de Al Fatah-beweging op; in 1969 werd hij voorzitter van het Centraal Comité van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO. Later probeerde hij door onderhandelingen autonomie te realiseren voor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Het is mede aan zijn inspanningen te danken dat in 1993 de Oslo-akkoorden konden worden gesloten. Hiervoor kreeg hij in 1994, samen met Yitzhak Rabin en Shimon Peres de Nobelprijs voor de Vrede. Arafat ligt begraven in Ramallah, in een mausoleum dat in 2007, in aanwezigheid van de Palestijnse president Mahmoud Abbas, werd ingewijd. Het bouwwerk meet elf bij elf meter, een verwijzing naar zijn sterfdatum (11.11.2004). De minaret van de bijbehorende moskee is voorzien van een laser, die in de richting van Jeruzalem straalt, de stad die de Palestijnen zien als de hoofdstad van een onafhankelijk Palestina en waar Arafat begraven had willen worden.
Nablus In de omgeving van Nablus (het bijbelse Sichem) leeft nog een kleine gemeenschap van Samaritanen. Zij zijn bijzondere lezers en bewakers van de Torah. Nablus is een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever . Met 140.000 inwoners (2011) is het de grootste stad van de Westelijke Jordaanoever. Nu is Nablus een agrarisch en industrieel centrum. Er zijn meer dan 40 zeepfabrieken gevestigd. De stad werd door de Romeinse keizer Vespasianus gesticht in 72 na Chr. en kreeg de naam Neapolis (‘Nablus’ is daarvan afgeleid). Nablus bevindt zich vlakbij de plaats waar het bijbelse Sichem lag. Jacob kocht er voor 100 goudstukken land en Jozef werd hier begraven (Jozua 24,32). In de Byzantijnse tijd werden veel kerken gebouwd. De kruisvaarders versterkten de stad en maakten er de tweede hoofdstad van, na Jeruzalem. In 1927 werd Nablus bijna volledig verwoest door een aardbeving. Na de oorlog van 1948 en de daaropvolgende conflicten zijn in de omgeving van Nablus drie Palestijnse vluchtelingenkampen ontstaan (1949-1950). Eind 1995 werd, als onderdeel van de Oslo-akkoorden, het bestuur van de stad door Israël overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit , hoewel Israël de controle behoudt over de in- en uitgangen naar de stad. Het is een van de zogenaamde A-gebieden, wat inhoudt dat de Palestijnse Autoriteit zowel civiele als militaire controle heeft over de stad. Tussen 2000 en 2005 ( tijdens de Tweede Intifada ), werden vanuit Nablus regelmatig terroristische aanslagen gepleegd in Israël. Het Israëlische leger viel daarom in 2002 de stad binnen als onderdeel van Operatie Beschermingsschild , met de bedoeling terrorisme te bestrijden. Bij deze en latere invallen van het Israëlische leger vielen soms ook burgerslachtoffers. Sinds 2008 staat Nablus onder bestuur van de Palestijnse Autoriteit en bewaken honderden gewapende Palestijnse politieagenten er de openbare orde. Veel van de in Nablus wonende militanten hebben hun wapens ingeleverd; velen is door Israël amnestie verleend, en anderen hebben besloten straffen uit te zitten in Palestijnse gevangenissen.
Jacobsbron (Put van Jacob) Op een terrein dat Jacob ooit kocht van de zonen van de koning van Sichem bevindt zich de ‘Jacobsbron’, die hij uitgroef voor zijn gezin en zijn dieren. Hier vroeg Jezus een Samaritaanse vrouw om water. De kruisvaarders bouwden rond 1150 een kerk boven de bron. Ze verhoogden de vloer zodat de bron vanuit de crypte onder het schip te bereiken was. Na de islamitische veroveringen raakte de kerk in verval; de restanten fungeerden lang als steengroeve. Alleen de crypte bleef behouden. In het begin van de 20e eeuw bouwden Grieks-orthodoxen hier een nieuw gebedshuis, dat dezelfde plattegrond kreeg als de kruisvaarderskerk. Ze restaureerden ook de bron.
De berg Gerizim De Gerizim is een 881 meter hoge berg op de Westelijke Jordaanoever , 3 km ten zuiden van Nablus. Gerizim is een heilige plaats voor de Samaritanen , genoemd naar de landstreek Samaria. Deze gemeenschap is ontstaan in de tijd van de Assyrische ballingschap (722 voor Chr.) en de Babylonische ballingschap (586 voor Chr.). Door de vele gemengde huwelijken met Assyriërs en Babyloniërs werden de bewoners van Samaria niet langer als zuivere joden erkend; zo vormden ze een eigen gemeenschap, los van/in conflict met de joden. In de 4e eeuw na Chr. waren er nog enkele honderdduizenden Samaritanen. Door onderdrukking en veel vervolgingen zijn er nu nog slechts enkele honderden, van wie het grootste deel in de omgeving van Nablus woont. Hun geloof is gebaseerd op vier principes; één God, de God van Israël; één profeet, Moses Ben Amram; het geloof in de Torah en de religieuze plek op de berg Gerizim. Samaritanen zien zichzelf als de ware joden en houden zich streng aan de sabbat en de besnijdenis. De berg Gerizim is om meerdere redenen een heilige plaats. Onder meer geloven de Samaritanen dat het niet uitgevoerde offer van Isaak door aartsvader Abraham ten noorden van Gerizim plaatsvond, terwijl de officiële joodse traditie hiervoor de Tempelberg in Jeruzalem aanwijst. Tijdens het Pesachfeest slachten de Samaritanen nog elk jaar een lam op de top van de berg. De berg komt zesmaal in de Hebreeuwse Bijbel voor, altijd als een berg vanwaar zegeningen werden uitgesproken. De tegenpool van de Gerizim is de Ebal (940 m), aan de noordzijde van de vallei, de berg vanwaar vervloekingen werden uitgesproken.
Jenin Jenin, de derde belangrijkste stad van de Westelijke Jordaanoever, telt ongeveer 39.000 inwoners. Het ligt ten noorden van Nablus. Bij de stad ligt een Palestijns vluchtelingenkamp (‘Jenin Camp’) met meer dan 10.000 bewoners, waarvan de helft minderjarig. In het kader van de Oslo- akkoorden werd op 13 november 1995 het bestuur van Jenin, als eerste Palestijnse stad, door Israël overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit. Bijbelteksten:
Contacten:
Links: |